Geschiedenis van 1 mei
De sociaal bewogen ondernemer Robert Owen pleitte er in 1817 in Engeland voor om in werkplaatsen en fabrieken de achturendag in te voeren. Hij beargumenteerde zijn eis door er op te wijzen dat acht uren werk en een goede organisatie van de arbeid een overvloed aan rijkdom voor allen kon scheppen. De nieuwste ontwikkelingen op technisch en chemisch gebied zouden het niet meer noodzakelijk maken om langer te werken dan acht uur per dag.
In 1864 werd in Boston de Workingsmen's Convention gesticht waar Ira Steward pleitte voor een bij wet te regelen achturendag. In 1884 nam de American Federation of Labor een resolutie aan, waarin voorgesteld werd om vanaf 1 mei 1886 de 8-urendag ingevoerd te krijgen.
De datum van 1 mei was niet zomaar gekozen. In Noord-Amerika was het dan Moving Day. Op die dag werden bestaande arbeidscontracten vernieuwd, ging voor anderen op die dag een nieuwe in, werden bestaande woonruimte-contracten vernieuwd of betrokken de arbeiders elders een nieuwe woonruimte.
In Europa werd tot de jaarlijkse viering besloten op 21 juli 1889 op het oprichtingscongres van de Tweede Internationale in Parijs. Het doel was om de strijd voor de achturige werkdag te versterken. Op 1 mei 1890 vonden in veel landen de eerste vieringen plaats.
Karl Marx schreef in 1894 in het derde deel van Das Kapital over de verkorting van de arbeidsdag: "Das Reich der Freiheit beginnt in der Tat erst da, wo das Arbeiten, das durch Not und aüssere Zwechmässigkeit bestimmt ist, aufhört: es liegt also der Natur der Sache nach jenseits der Spähre der eigentlichen materiellen Produktion.. (Da) beginnt die menschliche Kraftentwicklung, die sich als Selbstzweck gilt, das aber nur auf jenem Reich der Notwendigkeit als seiner Basis aufblühn kann. Die Verkürzung der Arbeitstags is die Grundbedingung."
(In vertaling: “Het rijk van de vrijheid begint inderdaad pas daar waar het werken, dat door nood en externe doelmatigheid bepaald wordt, ophoudt: volgens de aard van de zaak ligt het aan de andere kant van de eigenlijke materiële productie (...). Daar begint de menselijke ontwikkeling van zijn kracht, die zich als eigen doel doet gelden en dat slechts aldus als zijn basis kan opbloeien. De verkorting van de werkdag is de basisvoorwaarde.”)
In de Sovjet-Unie en de voormalige communistische landen in Oost-Europa werd de 1 mei jaarlijks gevierd met een parade, waaraan behalve arbeiders ook legereenheden deelnamen, die de producten van de wapenindustrie lieten zien.
Minder bekend is dat op 10 april 1933 de regering van Hitler 1 mei per wet tot betaalde "Feestdag van de nationale arbeid" verklaarde. Middels deze door Goebbels voorgestelde maatregel wist Hitler een groot aantal vakbondsleiders naar Berlijn te lokken om ze vervolgens gevangen te kunnen nemen en naar concentratiekampen af te laten voeren.
Ondanks deze zwarte bladzijde uit de historie van de "Dag van de Arbeid" bleef deze een feestdag in onder andere België en Duitsland. In Nederland is de "Dag van de Arbeid" geen officiële feestdag. Wel werden er vanouds grote bijeenkomsten georganiseerd door de SDAP (later PvdA) en de CPN. Tot in de jaren tachtig hield de CPN op 1 mei een jaarlijkse betoging in Amsterdam.
In veel landen (o.a. Frankrijk) is 1 mei een doorbetaalde vrije dag. In Nederland geldt dit vreemd genoeg niet voor arbeiders, maar wel voor een kleine groep ambtenaren.
Bij 1 mei-vieringen wordt nog vaak het strijdlied "De Internationale" ten gehore gebracht.
Ook Nederland deed mee op 1 mei 1890
Op 1 mei 1890 waren er ook in Nederland enkele vieringen van de eerste mei. Het Rotterdamsch Nieuwsblad schreef over Den Haag: ‘De avond van gisteren is ordelijk afgeloopen. Gedurende de bijeenkomst in het socialistenlokaal “Walhalla" bewogen zich den ganschen avond vele nieuwsgierigen in de Westerbaenstraat. Politieagenten hielden de toegangen tot het gebouw vrij of verzochten het publiek door te loopen.
Tegen 11 uur, toen de straat gevuld was met een talrijke menigte, liep de meeting af. De geheele straat werd toen door de politie op bedaarde wijze ontruimd en aan beide zijden afgesloten. De bezoekers der vergadering trokken bij kleine groepjes in stilte huiswaarts. Een piket huzaren, onder bevel van luitenant Piepers, nam post op de Veenkade tusschen de De Riemer- en Westerbaenstraat en deed langs de brug bij de Hemsterhuisstraat een tochtje naar den tegenover gelegen Noordwal om de volksmenigte daar verzameld, te doen uiteengaan. Deze demonstratie der cavalerie miste hare uitwerking niet. Na vertrek der huraren trok ook de menigte af en tegen middernacht had dit stadsgedeelte het gewone stille aanzien.’
Verder was er al op 30 april in Maarssen een bijeenkomst van zo’n zestig polderwerkers. Zij eisten een vrije dag op de eerste mei, maar kregen die niet. Uiteindelijk werd dit conflict in den minne geschikt.
Volgens het Algemeen Handelsblad waren elders in het land ook nog acties geweest. In Haarlem namen 1.400 mensen een petitie aan over de achturige werkdag, in Appelscha legden 700 mensen het werk stil, in Enschede was een achturen-betoging en in Maastricht was een slecht bezochte lezing van een socialist.
Vragen?
Heeft u vragen, ideeën of opmerkingen?
Neem dan contact op met de redactie: